|
Concept projectopzet META Magazine Project METAMagazine
Samenvatting: METAMagazine heeft als missie het inzichtelijk en
toegankelijk maken van universele methoden voor het oplossen van problemen en vergaren van
nieuwe kennis met als doel dit te kunnen delen en duurzaam bij te dragen aan het
onafhankelijk collectief. Doelstellingen -
Onderzoek naar-, en het in
kaart brengen van probleemclassificaties en oplossingsmethoden om te komen tot
een universeel kennissysteem. -
Het determineren, analyseren en
beschouwen van universele principes die aan de werkbare (oplossings)methodieken
ten grondslag liggen. -
Onderzoek naar methoden voor
het effectief en efficiënt overdragen en delen van systematische concepten,
kennis, begrippen en toepassingen van het systeem. -
Toegankelijk maken van kennis,
systemen en infrastructuur voor educatief gebruik en algemene toepassing. -
Presentatie van
onderzoeksbevindingen gebruikmakend van verschillende “media” voor
verschillende doelgroepen en testen van gebruikte principes. -
Aanbieden van cursussen,
trainingen en materiaal voor het aanleren van theorie en vaardigheden mede
gebruikmakend van Internet en multimediale ICT-toepassingen. METAMagazine biedt naast universele
probleemoplossingsmodellen ook methoden aan om ‘eigen’ kennis te vergaren
en te delen. Het gaat daarbij primair om een collectieve educatieve toepassing
van meerdere wederkerigheidsprincipes in systematiek en organisatorische aanpak. Plan van aanpak De websites
metamagazine.com en metamagazine.nl worden de basis voor de presentatie van de
bevindingen en ontwikkeling van nieuwe contributie- en kennisdeel methoden. Het is de bedoeling dat deze
sites fungeren als platform en dat hieruit een (al dan niet multimediaal)
gebundeld periodiek voortkomt waarin bijdragen worden opgenomen van
mede-onderzoekers die zich bezighouden met de META-thematiek, en verslag wordt
gedaan van enthousiastelingen en belanghebbenden van het META-gedachtegoed die
met elkaar in dialoog zijn gegaan. Achtergronden Samenwerking
en dialoog zijn de basis voor persoonlijke groei en beter gebruik van het
menselijk potentieel. We gebruiken slechts een
klein deel van onze (vrijwel onbegrensde) mogelijkheden. Het uitgangspunt voor
de samenwerking is het bouwen aan de infrastructuur en tegelijkertijd
ontwikkelen van modulair opgezette inhoud (content). Het delen van
(onderwijskundige) kennismodules zou een basisprincipe moeten zijn voor een
gemeenschap waarbij de reeds ontwikkelde kennismodules kunnen dienen als
bouwstenen voor verdere (hogere) kennis. Doordat vastgelegde collectieve kennis
nu een competitieve factor is geworden in ons economisch verkeer, is mede door
het hiervoor gecreëerde systeem van auteursrechten, octrooien en patenten het
optimaal gebruik ervan een belemmering geworden. De buitenproportionele prijzen
voor softwarelicenties en de hierdoor ontstane machtsverhoudingen zijn een
voorbeeld van zo’n belemmering. Het gebruik van oude content via “nieuwe”
media waarover opnieuw auteursrecht of licentierecht geheven wordt is daarbij
een schrijnend voorbeeld. Het synergetisch
grondbeginsel (ook wel win-win in de volksmond) is ver te zoeken bij
praktiseerders van dit soort belemmerende methoden voor gebruik die blijkbaar
een geaccepteerd verschijnsel zijn in onze kennismaatschappij. Het gewenste
principe is sociale wederkerigheid, maar de bruikbare methoden en uitvoering
zijn in omvang nog zeer beperkt. Het LETS-principe [1]
is een
voorbeeld van een economisch systeem waarbij wederkerigheid sterk is
doorgevoerd. De kennissystematiek is echter waarschijnlijk eerder via het van Linux bekende
:”Open Source”-software [2] of via de methodiek van transcopyright
[3] te
concretiseren. Het doel van METAMagazine
is een toegankelijk (modulair opgezet) duurzaam kennissysteem in de vorm van “open
source”-content waarvan iedereen gebruik kan maken en iedereen kan bijdragen. De uitdaging ligt naar
verwachting met name in de koppeling en toepassing van de steeds verbeterende
(en dus transformerende) META-infrastructuur in relatie tot reeds bestaande
classificatie & kennissystemen zoals o.a. toegepast bij bibliotheken (vb
UDC) en op Internet (vb Meta-tags en XML). Ontsluiten van bestaande bronnen Het gebruik van
volledige-tekst zoeken (full-text search) en opvraging (retrieval) van dmv OCR
gedigitaliseerde analoge bronnen zoals boeken en tijdschriften tot ca. 1995
biedt daarnaast ook enorme mogelijkheden. In combinatie met de ontwikkeling van
steeds geavanceerdere vertaalsystemen, spraakherkenning en geautomatiseerde
classificatiesystemen kan informatie een van de economische grondstoffen worden
waar in principe geen schaarste meer van is. Het inzichtelijk maken
en daarmee verminderen van redundantie (herhalingen of overlap) in bestaande
kennis en (wetenschappelijk) onderzoek zal mondiale samenwerking op een hoger
plan brengen. Duurzaam gebruik van publieke middelen Van
onderwijs en kennisonderzoek wat gefinancierd wordt uit publieke middelen zou de
kenniscomponent als “open source” beschikbaar moeten zijn. Omdat we toegaan naar een economie en maatschappij die hoofdzakelijk gebruik maakt van gegevens als basisgrondstof moeten we nu werken aan een duurzaam model van kennis- en informatiegebruik. Geïnspireerd door het open-source software (OSS) gedachtegoed zodat eenieder verder kan bouwen op datgene wat reeds ontwikkeld is en niet steeds opnieuw een nieuw wiel hoeft uit te vinden of verstrengeld hoeft te raken in kostbare afhankelijk-makende licentiestructuren. Ontwikkeling van open source onderwijs waarbij zowel de content (inhoud) als de algemene infrastructuur en leeromgeving vrij te gebruiken zijn (en na gebruik weer aan te passen) betekent een investering in de collectieve kennismaatschappij voor en door de gebruikers. De financieringsstructuur van onderwijs dient hiervoor te worden aangepast. Niet alleen aantallen (afgestudeerde) leerlingen of studenten zouden het criteria voor overheidssubsidie moeten zijn, maar ook de mate van duurzaamheid van middelen en gedeeld kennisgebruik. Het via Internet (Kennisnet) vrij beschikbaar stellen van ontwikkelde content in de vorm van hapklare onderwijsmodulen (door een met publieke middelen bekostigde instelling) geldt dan als een duurzame bijdrage. Andere (onderwijs)instellingen kunnen deze modulen weer gebruiken en aanpassen en hoeven niet dezelfde leerstof opnieuw te ontwikkelen. Een politiek
beleidsmatige toepassing van dit principe betekent dat onderwijsinstellingen
behalve op de output van geslaagde leerlingen en studenten ook afgerekend worden
op de kwaliteit van de voor onderwijs gebruikte modulen die als “content”
toegankelijk dienen te zijn via Internet. Een bijkomend voordeel is een
intrinsieke kwaliteitsverbetering omdat deze modulen door andere (concurrent)
instellingen vergeleken en gebruikt zullen worden. In het huidige Nederlandse publieke onderwijsbestel voert alleen de onderwijsinspectie eens per 2 of 4 jaar
een visitatie uit waarmee de kwaliteit van een instelling getoetst wordt. Met
het gebruik van reeds ontwikkelde modulen kan door het continue
intervisie-aspect (elkaar controleren) verder gebouwd worden waardoor zonder
meerkosten verdergaande beroepsapplicatie of individuele specialisatie van onderwijsinstellingen
mogelijk wordt. Noten uit de tekst: [1] LETS-systeem: http://www.strohalm.nl[2] Open Source: http://www.opensource.org [3] Transcopyright: http://xanadu.com/tco/ [4] IMS Learning Resource Meta-data Specification: http://www.imsproject.org/metadata/index.cfm |
© copyright 2003-2009, META Magazine: info@metamagazine.nl Laatst bijgewerkt: 18-11-2008. |